Onze verbonden partijen

Algemeen bestuur:

Vestigingsplaats:

Op basis van de notitie 'Risicomanagement, voorzieningen en weerstandsvermogen' van de GGD is de streefwaarde van de algemene reserve bij de begroting GGD 2021 bepaald op € 1.160.000. De normwaarde wordt bepaald zoals opgenomen in de genoemde notitie:

• € 1.000 per medewerker;
• 0,5% van opgenomen gelden in verband met renterisico’s;
• 1% van de totale uitgaven;
• 3% van de inkomsten, met uitzondering van inwonersbijdrage en factuurbijdrage uniforme taken.

Het saldo van de algemene reserve ligt voor 2021 naar verwachting beneden de norm van 5%. Verwacht saldo van de algemene reserve ultimo 2021 is naar verwachting € 627.000.
Hiermee komt de weerstandsratio (uitgaande van de streefwaarde) op 0,5 en is onvoldoende.
Echter het totaal aan gekwantificeerde risico’s in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing beloopt een bedrag van afgerond € 2.300.000. Zodoende is in totaliteit sprake van niet afgedekte risico’s ter hoogte van € 1.673.000 (€ 2.300.000 - € 627.000). Dit betekent dat er in de begroting van Neder-Betuwe rekening gehouden moet worden met een extra risico. Het tekort van € 1.673.000 afgezet tegen de verhouding van het aantal inwoners, betekent voor Neder-Betuwe een extra risicoreservering van afgerond € 71.000.
Zie hiervoor paragraaf 2 Weerstandsvermogen en risicomanagement bij verbonden partijen in deze begroting.

Algemeen bestuur:

Vestigingsplaats:

In 2013 is een inventarisatie uitgevoerd naar de financiële risico's bij het Regiokantoor van Regio Rivierenland, waarbij tevens een koppeling is gelegd met de saldi van reserves en voorzieningen om de risico's te kunnen dekken. De in de balans opgenomen algemene reserve Regiokantoor van € 474.000 wordt gezien als voldoende voor het afdekken van de financiële risico's. In aanvulling op de uitgevoerde risico-inventarisatie bij het Regiokantoor is een vervolgonderzoek uitgevoerd, specifiek gericht op frauderisico's. Er functioneren voldoende controle- en beheersingsmaatregelen binnen het Regiokantoor van Regio Rivierenland. De frauderisico's worden als 'laag' gekwalificeerd.
Bij Contractgestuurde dienstverlening werken we met dienstverleningsovereenkomsten. Aan het werken met dienstverleningsovereenkomsten zijn financiële risico's verbonden. Regio Rivierenland kan financiële risico's en eventuele tekorten bij de uitvoering van taken voor gemeenten opvangen door de inzet van een risicoreserve Contractgestuurde dienstverlening.

Er is in deze begroting geen rekening gehouden met financiële mutaties in de rekening-courant met gemeenten voor de voorfinanciering van uitgaven van het project Breedband en de effecten daarvan op de risicoreserve Contract-gestuurde dienstverlening.

Algemeen bestuur:

Vestigingsplaats:

Door onder meer de prijsontwikkelingen op de grondstofmarkt en de overdracht van de stortplaats aan de provincie Gelderland nemen de financiële risico's toe. Het totale financiële risico voor 2021 bedraagt € 6.230.000. Tegelijkertijd is de weerstandcapaciteit, waarmee Avri de risico's kan afdekken, erg laag (€ 1.434.000). Daardoor valt het weerstandsvermogen in 2021 in de categorie 'ruim onvoldoende' (0,2). Het Algemeen Bestuur heeft de norm voor het weerstandsvermogen echter vastgesteld op de factor 1,0 van de risico's.

Dit weerstandsvermogen wordt in 2021 deels aangevuld door verhoging van de afvalstoffenheffing, maar voorziet niet in een volledige aanvulling hiervan.

Het risicoprofiel daalt naar verwachting na 2021 door de afwikkeling van de vergoeding over het kunststof verpakkingsmateriaal over oudere jaren. Daarnaast houdt Avri in het risicoprofiel rekening met daling van de risico’s rondom het scheidingsgedrag als gevolg van voorgestelde investeringen in gedragssturing en verlaging van het variabele deel van de afvalstoffenheffing. Per 2024 daalt het risicoprofiel verder door overdracht van de stortplaats. Maar ook dienen zich nieuwe onzekerheden zich aan, omdat per 2024 en 2025 grote verwerkingscontracten (restafval, GFT, hout) moeten worden afgesloten.
De financiële gevolgen – en het effect op de tarieven afvalstoffenheffing - zijn afhankelijk van de marktomstandigheden van dat moment. Het risicoprofiel vanaf 2023 is daarmee uiterst onzeker.

Algemeen bestuur:

Vestigingsplaats:

Risico’s en weerstandscapaciteit
Het weerstandsvermogen bedraagt 1,03 (waardering C, voldoende). Het totaal aan becijferde risico’s gaat om een bedrag van € 582.863. De aanwezige weerstandscapaciteit betreft een totaalbedrag van € 602.550. Hiermee zijn de risico’s afgedekt.

Algemeen bestuur:

Vestigingsplaats:

De hoogte van de verhouding van het weerstandsvermogen is door het Algemeen Bestuur in 2014 vastgesteld op minimaal 1,0. Medio 2017 heeft het Algemeen Bestuur de Update 2017 Risicomanagement & Weerstandsvermogen vastgesteld, waarbij de minimale norm van 1,0 is gehandhaafd. Op basis van de actuele cijfers bedraagt het normbedrag van de gewenste weerstandscapaciteit € 202.000. Voor 2020 2021 wordt een werkelijke weerstandscapaciteit verwacht van € 306.507, zodat sprake is van een weerstandsverhouding van 1,52. Hiermee zijn alle risico’s van het RAR afgedekt en is geen aanvullende risicoafdekking nodig vanuit de gemeenten.

Algemeen bestuur:

Vestigingsplaats:

Geen

Algemeen bestuur:

Vestigingsplaats:

Het beleid voor de vorming van het weerstandsvermogen komt overeen met artikel 30 van de gemeenschappelijke regeling. Deze bepaalt dat tot een plafond van 3% van de jaarlijkse exploitatielasten mag worden toegevoegd aan het weerstandsvermogen, als het resultaat op het Programma bedrijfsvoering dit toelaat. Op basis van de begrote lasten over 2021 is het plafond bepaald op circa € 2.814.000. Ultimo 2021 bedraagt de algemene reserve naar verwachting € 1.127.000. Het tekort tussen de streefwaarde (€ 2.814.000) en de verwachte hoogte van de algemene reserve (€ 1.127.000) bedraagt € 1.687.000.

Echter de totale netto-risico’s, zoals berekend in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing van de begroting 2021 van Werkzaak, beslaan een bedrag van € 3.650.000. Zodoende is in totaliteit sprake van niet afgedekte risico’s ter hoogte van € 2.523.000 (€ 3.650.000 - € 1.127.000). Dit betekent dat er in de begroting van Neder-Betuwe rekening gehouden moet worden met een extra risico. Het tekort van € 2.523.000 afgezet tegen de verhouding van het aantal werkzoekenden (ultimo 2019) betekent voor Neder-Betuwe een extra risicoreservering van afgerond € 34.000.
Zie hiervoor paragraaf 2 Weerstandsvermogen en risicomanagement bij verbonden partijen in deze begroting.

Algemeen bestuur:

Vestigingsplaats:

De ontwikkeling van Medel brengt financiële risico’s met zich mee. De meest risicovolle onderdelen zijn in een rekenprogramma  ingevoerd. Op basis van de uitkomsten zijn de scenario’s uitgewerkt en in de grondexploitaties van 2020 verwerkt. De berekende risico’s kunnen binnen de totale grondexploitatie van Medel ruimschoots worden afgedekt door de verwachte positieve resultaten (weerstandsverhouding 9,05). Zodoende is in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing van Neder-Betuwe geen aanvullend risico opgenomen.

Algemeen bestuur:

Vestigingsplaats:

In juni 2019 is de grondexploitatie uit 2018 bijgewerkt. Op basis van het berekende worst case scenario van de uitvoering van deze bijgewerkte GREX is eind 2019 een risico bepaald van € 810.000. Dit bedrag is vergelijkbaar met het bedrag op grond van het vorige worst case scenario. De grootste risico’s in dit project houden verband met de volgende factoren:

• Fase 7 kan niet volledig worden uitgevoerd,
• Grondprijsafspraak fase 7 valt lager uit dan geraamd,
• Grondprijs uitgifte bedrijventerrein valt lager uit dan geraamd,
• Vertraging in de looptijd van het project.

Algemeen bestuur:

Vestigingsplaats:

Niet van toepassing.

Algemeen bestuur:

Vestigingsplaats:

Niet van toepassing.